Historie
Het CAK wordt opgericht in 1968. Een jaar daarvoor treedt de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) in werking. Kort gezegd komt die wet erop neer dat we in Nederland mensen niet aan hun lot overlaten als zij tijdelijk of langdurig zorg nodig hebben. Het CAK richt zich op de financiële uitvoering van die wet.
Bescheiden start
De eerste jaren is het CAK vooral een centraal betaalkantoor. De volledige naam luidt dan de Stichting Centraal Administratie Kantoor AWBZ. Met een handjevol personeelsleden zijn de taken aanvankelijk bescheiden. Het CAK keert maandelijks voorschotten uit aan de circa 700 zorginstellingen die AWBZ-zorg verlenen.
Het takenpakket breidt zich al snel uit. Bijvoorbeeld als de regering in 1973 de leeftijdsgrens van de AWBZ verlaagt van 65 jaar naar 18 jaar. Verzekeraars innen de bijdrage voor alle mensen die in een instelling verblijven. Het CAK is de partij die de inningen of inhoudingen controleert.
Groei in taken
Groei is wat het CAK ook de decennia erna kenmerkt. Als in de jaren 80 steeds meer vormen van zorg (zoals wijkverpleging en gezinszorg) onder de AWBZ vallen, groeit het CAK mee.
Halverwege de jaren 90 komt er nog een wettelijke taak bij: de nieuwe regeling eigen bijdrage thuiszorg.
In 2002 fiscaliseert de overheid de eigen bijdrage. Dit houdt in dat het (verzamel)inkomen van een klant bepalend wordt voor de hoogte van de eigen bijdrage. Om die eigen bijdrage uit te rekenen wisselt het CAK gegevens uit met ketenpartners: zorginstellingen, zorgkantoren, gemeenten, de Belastingdienst, het UWV en de Sociale Verzekeringsbank (SVB).
Wmo en Wlz
Door alle contacten met ketenpartners krijgt het CAK steeds meer een coördinerende en centrale rol binnen de zorgketen. In 2007 roept de politiek de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in het leven. Gemeenten krijgen meer zorg- en welzijnstaken toegewezen. Voor de Wmo geldt eveneens een eigen bijdrage. Het CAK berekent en int deze.
Had het CAK tot die tijd slechts één opdrachtgever, nu komen daar 450 opdrachtgevers bij: de gemeenten. Ook door andere veranderingen op het gebied van zorg en welzijn verandert het takenpakket van het CAK continu. Zo gaat de AWBZ over in nieuwe regelingen als de Wet langdurige zorg.
Daarnaast voert het CAK een tijd lang ook de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) uit. Net als de regeling Compensatie Eigen Risico (Cer). Na hervormingen in de zorg gaan de Wctg en Cer per 2014 over in nieuwe regelingen.
Meer klanten en voorlichting
Door de centrale rol van het CAK binnen de zorgsector krijgt het voorlichten van klanten een steeds prominentere rol. Dat blijkt bijvoorbeeld als het CAK vanaf 2014 ook de organisatie van informatiepunten op zich neemt: tijdelijke contactcenters waar burgers terecht kunnen met vragen, over actuele thema’s als ebola of injectienaalden.
Begonnen als centraal betaalkantoor, met een handjevol medewerkers, groeit het CAK uit tot professionele uitvoeringsorganisatie met honderden medewerkers. Ook de huisvesting groeit mee: was het eerste onderkomen een Haags herenhuis, inmiddels vindt het CAK onderdak in een modern gebouw aan de Beatrixlaan. Sinds 2013 past daar ook een ‘naamsverandering’ bij.
Afkorting als nieuwe naam
Tot 2013 was het CAK een besloten vennootschap, dat publieke taken uitvoerde in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Op 1 januari 2013 maakt het CAK de overstap naar zelfstandig bestuursorgaan (ZBO).
Vanaf dat moment wordt ook de term ‘Centraal Administatie Kantoor’ geschrapt. De letters CAK vormen vanaf dan dus een afkorting die op zichzelf staat.
Als jongste nieuwe taak zijn vanaf 1 januari 2017 de zogeheten burgerregelingen van het Zorginstituut overgeheveld naar het CAK. De regelingen zorgverzekering en buitenland, betalingsachterstand zorgpremie (voorheen regeling wanbetalers), gemoedsbezwaarden en onverzekerbare vreemdelingen komen daarmee terecht bij het CAK.